S3 AFL12: Operatie Zwammerdamschepen deel 2

Voor de laatste podcast binnen de gemeente Alphen aan den Rijn ben ik te gast in de restauratiewerf Zwammerdamschepen in Museumpark Archeon. Hier worden de Romeinse schepen, die ruim 50 jaar geleden zijn opgegraven in Zwammerdam, gerestaureerd tot complete platbodems en boomstamboten. Ik spreek met scheepsarcheoloog en houtspecialist Yardeni Vorst en limesarcheoloog Tom Hazenberg over dit bijzondere project.

Dit is deel 2 van de aflevering over Operatie Zwammerdamschepen. Yardeni Vorst vertelt wat er zo bijzonder is aan het type ‘Zwammerdamschepen’. Daarnaast schetst ze een beeld van de werkzaamheden op de restauratiewerf, waar tijdens het schoonmaken van het hout nog steeds nieuwe details worden ontdekt die onder de conserveringslaag verstopt zaten. En hoewel de archeologen vijftig jaar geleden alles goed hebben geadministreerd, is het soms best een gepuzzel om elk stuk hout op de juiste plek te krijgen. Tenslotte vertelt Yardeni meer over haar promotieonderzoek en nodigt Tom Hazenberg de luisteraars van ‘De Limes leeft!’ uit om een bezoekje te brengen aan de restauratiewerf op Museumpark Archeon. Zie de link voor meer informatie.

Meer weten?

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het Erfgoedfonds van de gemeente Alphen aan den Rijn.

S3 AFL11: Operatie Zwammerdamschepen deel 1

Voor de laatste podcast binnen de gemeente Alphen aan den Rijn ben ik te gast in de restauratiewerf van Operatie Zwammerdamschepen in Museumpark Archeon. Hier worden de Romeinse schepen, die ruim 50 jaar geleden zijn opgegraven in Zwammerdam, gerestaureerd tot complete platbodems en boomstamboten. Ik spreek met scheepsarcheoloog en houtspecialist Yardeni Vorst en limesarcheoloog Tom Hazenberg over dit bijzondere project.

In 2019 was ik voor het eerst te gast bij Operatie Zwammerdamschepen. Ik sprak met Tom Hazenberg over de restauratie van de Zwammerdam 2 die op dat moment gaande was in restauratiewerf 1. Ondertussen zijn we 4,5 jaar verder. In de afgelopen jaren is er gewerkt aan de boomstamboten en is het hout van de Zwammerdam 6 schoongemaakt. Het hout van deze platbodem ligt in restauratiewerf 3 waar ook het interview plaatsvindt. Ondertussen wordt het hout van de Zwammerdam 4 gereinigd in restauratiewerf 2. Dit is de grootste van de drie platbodems en zal in het nog te bouwen Nationaal Romeins Scheepvaartmuseum live worden gerestaureerd.

Dit is deel 1 van de aflevering over Operatie Zwammerdamschepen. Yardeni Vorst stelt zichzelf voor. We keren terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de schepen werden gevonden in Zwammerdam. Yardeni vertelt hoe de schepen indertijd zijn geconserveerd en welke kansen dit biedt om de schepen nu niet alleen te restaureren, maar ook te reconstrueren tot volledige Romeinse schepen. Tom Hazenberg vertelt wat er de afgelopen jaren al is gedaan en wat de planning voor de komende jaren is. Het Nationaal Romeins Scheepvaart Museum zal worden gebouwd als onderdeel van Museumpark Archeon. De Zwammerdam 4, de grootste van de platbodems, zal live in het museum worden gerestaureerd.

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het Erfgoedfonds van de gemeente Alphen aan den Rijn.

S3 AFL10: Romeinse vondsten in Hazerswoude

Na de aflevering over de Romeinse forten in de gemeente Alphen aan den Rijn, is er in deze aflevering aandacht voor recente vondsten binnen de gemeente. In Hazerswoude wordt het woningbouwproject Westvaartpark gerealiseerd. Vooronderzoek leverde weinig op, maar ondertussen maken bijzondere Romeinse vondsten duidelijk dat op deze locatie langs de limesweg iets meer aan de hand was. Maar wat? Ik spreek met archeoloog Wilfried Hessing van Vestigia, die het archeologische onderzoek van de afgelopen jaren heeft begeleid.

Waar ligt de opgravingslocatie?
De locatie in Hazerswoude-Rijndijk bevindt zich hemelsbreed precies op de helft tussen castellum Albaniana in Alphen aan den Rijn en castellum Matilo in Leiden. En juist op deze locatie is de eerste mijlpaal gevonden die langs de limesweg in Nederland stond. Een bijzondere vondst die ook landelijk in het nieuws kwam. En dat is niet het enige. De vele Romeinse en tevens militaire vondsten maken duidelijk dat de Romeinen hier niet alleen aan de weg werkten, maar ook verbleven. Heeft hier een wachtpost gestaan, een herberg of een wegtempeltje? Bewijs voor een bouwwerk zijn tot dusver nog niet aangetroffen. En de vraag is of dat nog gaat gebeuren. Luister naar de podcast om alles over het onderzoek te horen.

Landschappelijke ligging van het nieuwbouwplan Westvaartpark ten westen van Hazerswoude-Rijndijk. De Romeinse limesweg en opgravingslocaties. (beeld: Vestigia)

Wat is de limesweg?
In de Romeinse tijd was de rivier de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk. Om de forten en wachttorens die langs deze grens werden gebouwd te verbinden werd de limesweg aangelegd. In Hazerswoude is deze limesweg aangetroffen. Het was een soort rijksweg die was bedoeld om troepenverplaatsingen langs de grens snel en effectief te laten verlopen. Dankzij deze weg was het mogelijk om minder troepen in de forten te stationeren, omdat ze zich toch snel konden verplaatsen als het nodig was. Verschillende keizers zoals Trajanus en Hadrianus waren bezig met invallen in het Donaugebied in het midden van de tweede eeuw. In ons gebied was het op dat moment rustiger en door te zorgen voor een goede infrastructuur kon de grens met minder troepen worden verdedigd.

Dwarsdoorsnede limesweg in Hazerswoude. Links het restant van een eiken paal die deel uitmaakte van de dubbele rij om het weglichaam vast te zetten. (foto: Vestigia)

Hadrianus heeft heel erg geïnvesteerd in de verbetering en het onderhoud van de limesweg. In een paar jaar tijd is er enorm aan deze weg getimmerd. Het gaat om honderdduizenden houten palen. Er is een soort dijk opgeworpen waarover de weg is aangelegd. De laatste decennia zijn met name ten westen van Utrecht steeds meer stukjes weg teruggevonden in allerlei opgravingen en nu dus ook in Hazerswoude. Aan de noordkant van het plangebied vlak achter de huidige Rijndijk is de Hadrianusweg aangetroffen met de bekende houten palen waarmee een dijkje werd vastgezet. Die houten palen dateren allemaal uit de winter van 124/125. Dat komt overeen met vergelijkbare vondsten in Leidsche Rijn Utrecht en in Valkenburg bij Katwijk. Hoe meer je opgraaft en vindt langs de limesweg, des te duidelijker het wordt dat dit een groot project moet zijn geweest.

Het bijzondere van de opgravingslocatie in Hazerswoude is dat de Romeinen te maken hebben met een zijriviertje waar ze overheen moeten. Bovendien hebben ze daar veel overlast gehad van overstromingen en dat is duidelijk te zien aan alle houten vondsten. Elke keer moest de weg weer opgebouwd en afgebroken worden. Dat verklaart waarom er in allerlei geulen en geultjes houten beschoeiingen, damwandjes en brugconstructies zijn aangelegd. Daar worden nu steeds stukjes van opgegraven.

Leren schoen met uniek sierlijk spijkerpatroon eerste helft 3e eeuw (foto: Vestigia)

Bijzondere vondsten
In totaal zijn er tussen de 40.000 en 50.000 Romeinse vondsten gedaan in Hazerswoude. In de podcast vertelt Wilfried over twee bijzondere vondsten: een Romeinse mijlpaal en een houten plankje oftewel een tabula ansata. Maar er is nog veel meer gevonden, waaronder veel militaire vondsten. Denk hierbij aan stukjes metalen uitrustingsstukken, grote sierschijven of eremedailles. Maar ook een aantal leren schoenen, waarvan 1 met een heel bijzonder spijkerpatroon (zie foto).

Kleine loden zegeltjes
Een andere bijzondere vondst zijn kleine loden zegeltjes die gestempeld waren en waar tekst op staat. Ook deze zijn in Nederland nauwelijks bekend. Eentje is in Velsen gevonden in een vrij vroege periode. Dit soort loden zegeltjes kennen we alleen uit het gebied van de muur van Hadrianus en in het oosten langs de Donau in Roemenië. We weten niet precies waarvoor ze dienden. De idee is dat ze kunnen worden vergeleken met de middeleeuwse lakenloodjes, die aan grote lappen stof werden gehangen om aan te geven dat de belasting betaald was of ze geen belasting hoefden te betalen. Deze zegels werden wellicht ook aan voorraden gehangen van bijvoorbeeld de militaire gouverneur die langs de Romeinse grens allerlei voorraden had voor noodgevallen. Als die spullen dan verplaatst werden was het duidelijk dat ze van de keizer waren en niet aangeslagen konden worden voor de belasting, In de Romeinse tijd werd namelijk al tol en belasting geheven Daar zouden de loden zegeltjes voor gebruikt kunnen zijn. De vraag is natuurlijk waarom ze juist in Hazerswoude zijn terechtgekomen? Misschien zijn er allerlei spullen naar deze plek vervoerd onder militaire leiding om bijvoorbeeld reparaties aan te brengen aan de Romeinse weg en de brug die er misschien gestaan heeft. Wellicht moesten ze daarvoor de noodvoorraden gebruiken. Het maakt allemaal duidelijk dat er hier iets meer aan de hand is geweest dan alleen een weg. De Romeinen waren hier overduidelijk aanwezig en hoge Romeinen lijken te hebben ingegrepen. Dat maakt dat deze locatie zoveel aandacht krijgt.

Meer weten?

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het Erfgoedfonds van de gemeente Alphen aan den Rijn.

S3 AFL 9: Romeinse Vicus aan de Rijn

In deze aflevering hoor je deel 2 met archeoloog Julia Chorus. Ze vertelt over het project Romeinse Vicus aan de Rijn. Er is veel onderzoek gedaan naar de Romeinse forten langs de Rijn, maar hoe zit het met de kampdorpen die er omheen ontstonden? Door in oud onderzoek te duiken en de vondsten opnieuw te bekijken hoopt Julia samen met haar team meer te weten te komen over het ontstaan van de kampdorpen en de bewoners. Naast het onderzoek is publieksparticipatie een belangrijk onderdeel van het project. Als pop-up archeohotspot heeft de tent al regelmatig in Leiden, Alphen aan den Rijn en Zwammerdam gestaan. Zo hoopt Julia steeds meer bewoners bewust te maken van het bijzondere Romeinse verleden in hun eigen woonplaats.

In deze aflevering kom je ook te weten wat je als bewoner of bezoeker in Alphen aan de Rijn en Zwammerdam kunt terugvinden over de Romeinen. Zo is er sinds kort een bronzen maquette van het Romeinse fort in Alphen aan den Rijn. En is er bij de zorginstelling Ipse de Bruggen in Zwammerdam een mooi Limes bezoekerscentrum. In het verleden heb ik hier een blog over geschreven.

Meer weten?

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het Erfgoedfonds van de gemeente Alphen aan den Rijn.


s3 afl 6: Wandelen langs de limes

Marten Jesse Pot is archeoloog en werkt als communicatieadviseur bij de faculteit Archeologie in Leiden. In zijn vrije tijd maakt hij graag lange afstandswandelingen. Tijdens zijn wandelingen langs de Neder-Germaanse Limes in Nederland heeft hij samen met zijn broer een vlog gemaakt. Op een humoristische manier neemt hij de kijker mee langs de limes en vertelt onderweg verschillende wetenswaardigheden over de Romeinen in Nederland.

Boottochten

Marten Jesse is gids bij het Romeinse vaararrangement in Leiden. Van mei t/m september is er normaal gesproken elke twee weken een tocht. Deze start in Leiden centrum, maakt een tussenstop in het Romeinse park Matilo en in Leiderdorp voor een lunch. Daarna vaart de boot terug naar Leiden centrum. Niet alleen kom je alles te weten over de Romeinse tijd, je krijgt ook echte Romeinse vondsten in handen. Dichterbij de geschiedenis kun je niet komen! Klik hier voor meer informatie.

Vloggen en bloggen

s3 afl 5: Constructing the limes

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Deze grens is tevens het onderwerp van een grootschalig project ‘Constructing the limes’. Het onderzoek gaat niet alleen over hoe de grens in de oudheid werkte, maar ook hoe deze tot vandaag de dag zichtbaar wordt gemaakt als cultureel erfgoed en het ons denken over grenzen beïnvloedt. Saskia Stevens van de Universiteit Utrecht leidt dit project en vertelt in deze aflevering over de verschillende onderzoeken en op welke manier het grote publiek bij het project wordt betrokken. Het doel is namelijk om wetenschappelijk onderzoek toegankelijk te maken voor een breed publiek.


s3 afl 4: Kanaal van Corbulo

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Een bijzondere erkende locatie is een stuk van het Kanaal van Corbulo in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Dit kanaal is in de eerste eeuw na Chr. in opdracht van generaal Corbulo aangelegd als verbinding tussen Rijn en Maas. Ik spreek met archeoloog Wilfried Hessing over het belang van dit kanaal, maar ook over het belang van bescherming. De druk om te bouwen in de Randstad is groot en dat vormt een bedreiging voor het behoud van dit bijzondere erfgoed.

We weten dat de Romeinen tot veel in staat waren. Het aanleggen van het Kanaal van Corbulo was echter een waterstaatkundig hoogstandje voor die tijd. Het kanaal was zo’n 25 à 30 kilometer lang. Het werd aangelegd in een moeraslandschap achter de duinen, waar allerlei kreekjes doorheen liepen. De Romeinse ingenieurs hadden de technische en bouwkundige achtergrond en hebben voor de landschappelijke kennis waarschijnlijk gebruik gemaakt van de lokale mensen die de routes en waterwegen en paden goed kenden. Vervolgens moest een tracé uitgezet worden. Daar hadden ze meetinstrumenten voor. Ze werkten met waterpassen, schietlood en doorzichten.

Een kanaal graven
Als je in West-Nederland een gat graaft, dan loopt het meteen vol water. Waarschijnlijk hebben de Romeinen met compartimenten gewerkt en tijdens het uitgraven de instabiele kanten voorzien van beschoeiingen. Het grootste gedeelte van het kanaal werd uitgegraven in het veen. Dat kon redelijk makkelijk worden uitgestoken met een schep, in tegenstelling tot klei. Op de bodem van het kanaal hebben ze nog een laag veen laten zitten, zodat ze niet in het zandbed van de strandwallen terecht kwamen. Na het graven van de compartimenten werden de dammetjes doorgestoken en kon het water doorstromen. Waar mogelijk maakten ze gebruik van natuurlijke waterlopen, kreekjes en geulen.

Omgaan met het getij
In het noorden stond het kanaal in verbinding met de Rijn en in het zuiden met de Maas. Op het punt waar het kanaal aansloot waren dit getijdenrivieren. Met opstuwend tij kwam er water in vanuit de Noordzee en met uitstromend tij stroomde het weg.  Dat had invloed op het kanaal. Waarschijnlijk hebben de Romeinen in het kanaal dammetjes aangebracht om het water vast te houden. Sluizen kenden ze nog niet zo goed. In de dammen lagen buizen, ook wel duikers genoemd, zodat het water er onderdoor kon lopen. Deze hadden een klep aan het eind waardoor het water slechts één kant op kon en niet terug. Dit belemmerde de vaarroute van de schepen. Waarschijnlijk werd dit opgelost met overlaten of overtomen. Dat is ook bekend uit de middeleeuwen. Het is een punt waar je een boot over een dam heen kunt trekken met een soort glijdende scheepshelling.

Bij Leidschendam is mogelijk een aanzet naar een overtoom gevonden. Op zo'n punt vernauwden de Romeinen het kanaal. Normaal is het kanaal 14 meter breed en daar vernauwt het zich tot 4/5 meter. Er werd een dam ingelegd met duiker en een overtoom erlangs om het schip overheen te trekken. Mogelijk is er bij Voorburg ook zoiets geweest. Als je met een aantal compartimenten werkt, kun je de waterstand redelijk in stand houden. Dat betekent wel dat er onderhoud moest worden gepleegd. Dat is tijdens het onderzoek van de afgelopen jaren steeds duidelijker naar voor gekomen. Het kanaal was geen eenmalige gebeurtenis, de Romeinen hebben duidelijk onderhoud gepleegd aan het kanaal. Af en toe werd het kanaalbed weer uitgegraven of werd op een stuk een ander tracé gekozen. Dan kwam er een bocht of een net iets ander verloop. Technisch gezien is het makkelijker om een nieuw bed uit te graven in het veen dan een verzand kanaal met klei en zand op de bodem uit te graven. Zo is er in 200 jaar tijd een heel systeem ontstaan achter de duinen en dat moet nog verder ontrafelt worden.

Toekomstig onderzoek
Na jaren onderzoek is het duidelijk geworden dat het niet slechts ome en kanaal gaat, maar om een hele infrastructuur. Langs de oevers heeft zich van alles afgespeeld. Er heeft waarschijnlijk een breed pad of een weg gelopen. Er lagen op verschillende plekken havens of aanlegplaatsen. Misschien waren er wel controleposten. Er zijn een heleboel nieuwe vragen ontstaan die wachten om beantwoord te worden. Tot nu toe heeft het onderzoek zich toegespitst op de ligging van het kanaal. Voor de toekomst is het belangrijk de omgeving mee te nemen. Al is dit kostentechnisch vaak lastig.

Unesco Werelderfgoed in gevaar
Er zijn nu een paar stukjes van het kanaal beschermd als Unesco Werelderfgoed, namelijk bij Leidschendam-Voorburg en Voorschoten. Het is belangrijk dat er een plan komt voor het beheer en behoud van het kanaal. Niet alleen voor de beschermde onderdelen, maar juist ook voor de gebieden die er buiten vallen. Het grootste gedeelte van het kanaal is namelijk onbeschermd. Daar staat een enorme druk op vanuit de ruimtelijke ontwikkeling. Het is een stuk van de Randstad waar heel intensief gebouwd is en nog gebouwd gaat worden. De afgelopen jaren heeft er veel onderzoek plaatsgevonden vanwege bouwplannen. Als dit in de toekomst zo doorgaat, gaan er steeds meer stukken van het kanaal verloren en is de kans groot dat er weinig tot niets van het kanaal overblijft in de grond.

Mocht dit het geval zijn, dan is het risico groot dat Unesco de toekenning weer intrekt, zoals in Liverpool is gebeurd. De bescherming van het kanaal vergt een brede blik. De provincie en de gemeentes moeten nadenken wat ze met het kanaal willen. Oftewel blijft er uiteindelijk weinig tot niets over van het kanaal, oftewel gaan ze gebieden beter beschermen zodat de rest van het kanaal behouden blijft voor de toekomst.

Publieksboek
Wilfried schrijft op dit moment aan een publieksboek over het Kanaal van Corbulo. Het doel van het boek is om het kanaal bij een breder publiek op de kaart te zetten en te laten zien wat het is geweest. Wilfried ziet het als taak van archeologen om het verhaal te blijven vertellen en ook te vertellen hoe het verhaal zich heeft ontwikkeld. Elke tijd heeft zijn eigen geschiedenis en het verhaal verandert door de tijd heen, vanwege nieuwe kennis die wordt opgedaan. Dat is volgens Wilfried een reden te meer om zuinig te zijn op het kanaal voor de toekomst, zodat nieuwe verhalen kunnen blijven worden verteld. Hij hoopt dat de provincie en gemeentes delen van het kanaal die zich nog onder de grond bevinden zo veel mogelijk beschermen. Mocht er in de toekomst onderzoek plaatsvinden, dan is het van belang dat de juiste vragen worden gesteld en niet steeds dezelfde dingen worden onderzocht. In zijn publieksboek komt daarom niet alleen de geschiedenis van het kanaal zelf aan bod, maar ook de geschiedenis van het onderzoek en wat er nodig is om in de toekomst nog meer te weten te komen. Het verhaal is nog niet klaar.



Deze serie is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze serie is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

s3 afl 3: Een legioenskamp in Valkenburg (deel 2)

afbeelding podcast: Opgraving van een poort van het legioenskamp (foto: ADC/Archol)

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Twee van de erkende locaties liggen in Valkenburg (Zuid-Holland). Het gaat om het castellumterrein in Valkenburg centrum en de vicus in Valkenburg De Woerd. Er is echter nog veel meer gevonden. Zo deden archeologen afgelopen jaar een spectaculaire vondst op het vliegveld van Valkenburg. Ze vonden een legioenskamp! Wouter Vos was bij dit onderzoek betrokken en vertelt over de vondst en wat dit betekent voor de geschiedenis van deze plek.

Elke nieuwe vondst levert een puzzelstukje op dat het verhaal van Romeins Valkenburg  completer maakt of juist verandert. Ook roept het nieuwe vragen op en worden nieuwe hypotheses opgesteld. De vondst van het legioenskamp heeft op dat gebied heel wat teweeg gebracht. Wouter bespreekt nog enkele hypotheses die niet in de podcast pasten, maar zeker de moeite waard zijn om over na te denken. Daarom zijn ze hieronder uitgeschreven.

Zijn de Romeinen al eerder in Valkenburg geweest?
Het legioenskamp is in de herfst/winter van 39 n.chr. gebouwd. Met behulp van dendrochronologie is dat bewezen. Er is ook gebruik gemaakt van ouder materiaal uit 34/35 n.Chr. dat vermoedelijk vanuit Duitsland hierheen is vervoerd. Dat suggereert dat de Romeinen bewust voor deze plek hebben gekozen en de plek al kenden. Er zijn in Valkenburg verschillende vondsten gedaan uit de tijd van keizer Tiberius die hierop zouden kunnen wijzen. Wellicht waren de Romeinen voor het eerst in dit gebied tijdens de campagnes van Germanicus in 15/16 n.Chr. Het fort in Velsen (Noord-Holland) wordt ook in deze periode gebouwd, dus het zou zo maar kunnen. Daar zijn alleen nog geen harde bewijzen voor gevonden. Nog verder terug voer Drusus ook al rond in de wateren van ons land tijdens de verovertochten van het noorden. Het is daarom heel waarschijnlijk dat de Romeinen de delta van de Rijn en de plek waar ze het legioenskamp bouwden al kenden.

Is het legioenskamp hergebruikt door Corbulo?
Een interessante gedachte is dat de plek niet alleen voor de invasie van Brittannië is gebruikt, maar dat ze er later nog zitten. Na het bouwen van het fort wordt het in onderhoud gehouden. In een wilde hypothese van Wouter komt dan in 42 n.Chr. het 20ste legioen dat afzakt langs de Rijn, voordat ze de oversteek naar Engeland maken in 43 n.Chr. Het is niet bekend hoe ze de oversteek maken, maar het vermoeden is buitengaats, dus overzee. Wellicht is de oversteek zo gevaarlijk dat ze dit niet nogmaals herhalen en is dat de aanleiding om het kanaal van Corbulo aan te leggen. Als Corbulo in 47 n.Chr. wordt teruggeroepen achter de Rijn, krijgt hij namelijk de opdracht om een kanaal te graven. Dat komt niet uit de lucht vallen, daar zit een gedachte achter. De militaire infrastructuur moet op orde worden gebracht. Vanaf de Rijn moet men altijd naar Engeland kunnen.

Een opvallend gegeven is dat aan de noordkant van het legioenskamp geen gracht ligt, maar een vaart. Een gracht is 5/6 meter breed, maar deze vaart is meer dan 10 meter breed. Die gaat richting het westen. Ook ligt er een stelsel van kreken die noordwest/zuidoost georiënteerd zijn. Deze staan onder invloed van het getijde. Het vermoeden bestaat dat een aantal van die kreken bevaarbaar waren en dat de vaart aansloot op een van die kreken. Voorbij de strandwallen sloot een aantal kreken aan op het 'bekende' Kanaal van Corbulo naar het zuidwesten richting Forum Hadriani en de Maasmond. De idee is dus dat het Kanaal in eerste instantie niet liep van de Rijn bij Leiden (Matilo), maar dat het kanaal in eerste instantie juist vanaf Valkenburg wordt gegraven, vanaf de noordelijke vaart. Er wordt aangesloten op een kreek in de richting van de Vliet bij Leiden Roomburg en zo wordt een verbinding naar het zuiden in de richting van de Maasmond gemaakt. En misschien dat van daaruit het kanaal wordt doorgetrokken richting Zeeland, om uit te komen bij Domburg, waar de Romeinen met de Schelde in de rug de oversteek konden maken naar Engeland.

Kaart met de positie van de legioensvesting met de vaart en kreken (vos Archeo): 1. castellum 2. Veldzicht. 3. Marktveld/Weerdkampen. 4. Woerd. 5. vliegveld Valkenburg  a) gebouwen; b) wegen; c) legioensvesting; d) Rijn en zijgeulen (estuarium); e) opgravingsputten

Kaart met de positie van de legioensvesting met de vaart en kreken (vos Archeo): 1. castellum 2. Veldzicht. 3. Marktveld/Weerdkampen. 4. Woerd. 5. vliegveld Valkenburg
a) gebouwen; b) wegen; c) legioensvesting; d) Rijn en zijgeulen (estuarium); e) opgravingsputten

Corbulo kan het legioenskamp hebben gebruikt voor zijn legioenen om het kanaal vanaf Valkenburg naar de Vliet en naar de Maasmond te graven. Als hij rond 49/50 n.Chr. klaar is vertrekt hij weer. Deze datering is met behulp van dendrochronologie op palen uit de beschoeiing van het kanaal gekomen. Het fort raakt vanaf dat moment wellicht buiten gebruik. De kreken en vaart bij Valkenburg worden op dat moment met moeite opengehouden. De Romeinen kunnen zich hebben afgevraagd waarom ze de bocht nemen richting Valkenburg. Waarom niet in een rechte lijn door naar de Rijn?  Dan kan het kanaal in tweede instantie dus richting de plek bij Leiden Roomburg (Matilo) zijn gegraven. Het fort bij Matilo ontstaat ook pas rond 70 n.Chr. Een vroegere post is mogelijk, maar nog niet gevonden.

Toekomstig onderzoek
Door een nieuwe vondst ontstaat zo een kettingreactie aan nieuwe hypotheses en gedachten. Deze zullen verder onderzocht moeten worden en misschien weten we over enkele jaren wel meer. Of komen de archeologen er toch achter dat ze er helemaal naast zaten?

Meer weten?

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

s3 afl 2: Romeins Valkenburg (deel 1)

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Twee van de erkende locaties liggen in Valkenburg (Zuid-Holland). Het gaat om het castellumterrein in Valkenbug centrum en de vicus in Valkenburg De Woerd. In het Torenmuseum, dat zich letterlijk op het castellum bevindt, spreek ik met Wouter Vos over Romeins Valkenburg. Er is namelijk nog veel meer gevonden, zoals een grafveld, boerderijen, een mini-fort en de Romeinse weg.

De afgelopen jaren is Valkenburg (Zuid-Holland) regelmatig in het nieuws geweest met spectaculaire Romeinse vondsten. Denk aan het legioenskamp op het vliegveld van Valkenburg of de Romeinse weg met 2 palen met inscripties van het betreffende cohort dat aan de weg heeft gewerkt.

De opgravinggeschiedenis van Valkenburg gaat echter veel verder terug en heeft vaker bijzondere vondsten aan het licht gebracht. Dit begon tijdens en na de Tweede Wereldoorlog met het onderzoek van professor Van Giffen naar het Romeinse legerkamp. Deze en latere opgravingen hebben bijgedragen aan de kennis over de Romeinse periode en gelden als voorbeeld in heel Nederland.

In deel 2 van deze aflevering komt het legioenskamp uitgebreid aan bod.

Kaart van Valkenburg en de toponiemen van de opgravingslocaties (Vos Archeo)  1. Centrum Dorp Valkenburg - castellum (1941-1950, 1980); 2. Veldzicht (1994, 1996-1997); 3. Marktveld/Weerdkampen (1985-1988, 2019); 4. Woerd (1972, 1988); 5. Voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg (2020-2021).

Kaart van Valkenburg en de toponiemen van de opgravingslocaties (Vos Archeo)
1. Centrum Dorp Valkenburg - castellum (1941-1950, 1980); 2. Veldzicht (1994, 1996-1997); 3. Marktveld/Weerdkampen (1985-1988, 2019); 4. Woerd (1972, 1988); 5. Voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg (2020-2021).

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.