Mijn mooiste vondst: 2. De bodem van een terra sigillata kom met graffiti

Gabor Mooij. Foto: Hans-Willem van der Leeuw

Gabor Mooij. Foto: Hans-Willem van der Leeuw

Gabor Mooij is geboren in 1971 en groeide op in Hoogwoud, West-Friesland. In de omgeving (zoals bij Schagen) vonden AWN’ers sporadisch Romeinse resten. Als kind was hij al geïnteresseerd in geschiedenis. Hij las veel boeken over opgravingen in het Midden-Oosten, Egypte, Griekenland en Italië, uitgevoerd door beroemde archeologen zoals Woolley, Evans, Petrie en Schliemann. Van daaruit ontdekte hij de archeologie in de Lage Landen. Zijn eerste vondsten deed hij al op twaalfjarige leeftijd bij een oude stolpboerderij. Een paar jaar later stond hij bij de monding van de Oude Rijn in Katwijk, op de grens van het Romeinse Rijk: de limes.

Met zijn interesse voor archeologie is het niet gek dat hij al in 1986 lid werd van de AWN. Zijn eerste Romeinse opgraving was in 1987, waar hij deelnam aan een AWN-graafkamp bij de Romeinse vlootbasis in Velsen. Daar vonden ze vooral sporen van Romeinse tenten in de vorm van houten tentharingen en leren tentstukken. Zijn allereerste vondst was een grote leren tentflap. Het was een leuke inspirerende ervaring.

In de periode van 2011 tot en met 2018 is Gabor actief in het limesgebied, waar hij als lid van AWN Rijnstreek regelmatig Romeinse vondsten doet in Alphen aan den Rijn en Zwammerdam. Zijn  eerste Romeinse vondsten in Alphen aan den Rijn kan hij zich goed herinneren: heel veel aardewerk en bouwmateriaal in het Burgemeester Visserpark waar zonder archeologisch onderzoek een diepe riolering dwars door het park was gegraven op zo’n 100 meter afstand van het voormalige Romeinse fort. Hij kon zijn ogen niet geloven dat hij Romeinse aardewerk, waaronder zijn eerste terra sigillata scherven, met zakken vol van de stort haalde. Het werd nog opmerkelijker toen er sprake bleek te zijn van een Romeins grafveld met menselijk gecalcineerd bot dat zomaar op de stort en in de opengelegde delen van het park lag. Bijzonder was verder dat direct onder de straatklinkers waarover zo’n 80 jaar karren, fietsen en auto’s hadden gereden, een geheel intacte Romeinse laag bleek te liggen.

Vondsten uit het Burgemeester Visserpark. Foto: Gabor Mooij

Vondsten uit het Burgemeester Visserpark. Foto: Gabor Mooij

Gabor heeft heel wat Romeinse voorwerpen gevonden in die vijf jaar. Maar wat is zijn mooiste Romeinse vondst? Dat is een deel van een terra sigillata kom met graffiti. Die vond hij samen met een versierde terra sigillata scherf in 2013 op de stort bij de aanleg van een sportveldje (het Johan Cruijff-court) op de Hooge Burch in Zwammerdam. Tijdens een praatje met iemand van het terrein zag hij de kom opeens liggen. Hij dacht eerst dat het roodbakkend aardewerk was, maar bij het oppakken was de verrassing compleet, ook omdat toen de graffiti duidelijk te zien was. Gabor heeft een poging gedaan de graffiti te ontcijferen, wat nog best ingewikkeld is. Hij houdt het nu op ‘Tatis’ (of Tatius, Titus Tatis was een Sabijnse koning). De plek van het sportveldje ligt niet ver van de voormalige westingang van het fort Nigrum Pullum en de limesweg die daar het fort binnenkwam. Hij vond er nog meer Romeins aardewerk en bouwmateriaal.

Links versierde terra sigillata scherf, rechts de bodem van een terra sigillata kom met grafitti. Foto: Gabor Mooij

Links versierde terra sigillata scherf, rechts de bodem van een terra sigillata kom met grafitti. Foto: Gabor Mooij

Gabor is een mooi voorbeeld van hoe belangrijk de inzet van passievolle amateurarcheologen is binnen gemeentes. Als actief fietser was hij goed op de hoogte van graafwerkzaamheden in de gemeente Alphen aan den Rijn. Hij attendeerde  de gemeente Alphen aan den Rijn op graafwerk van de gemeente en soms ook van bedrijven of instellingen, waarbij overtreding van de archeologische regels plaatsvond. Dat kwam helaas nogal eens voor. Door onder andere zijn inzet is dat later verbeterd. In de gemeente waren verder weinig mensen die actief bezig waren met het bodemarchief, dus Gabor heeft het altijd als dankbaar werk gezien om goed in de gaten te houden dat er niet te veel waardevol archeologisch erfgoed verloren gingen. Met andere vrijwilligers van de AWN Rijnstreek is hij zelfs een aantal keer bij de gemeente geweest om daar te overleggen over een betere plaats van de archeologie in het ruimtelijk proces. Uiteindelijk leidde dit tot een structureel driemaandelijks overleg met de gemeente en de omgevingsdienst.

Tegenwoordig woont hij in Apeldoorn, waar hij ook actief lid is van de AWN. Daar heeft hij recent veel interessant steengoedafval van een Duitse steengoedbakkerij gevonden uit de 19e eeuw. Verder heeft hij wat sporen van de ijzerwinning op de Veluwe gevonden (zogeheten klepperstenen en ijzerslakken). Romeinse resten zijn hier minder aan de orde. Zijn droom is om nog een keer deel te nemen aan grafheuvelonderzoek. Maar zolang daar geen aanleiding toe is, heeft hij het liefst dat alles veilig in de grond bewaard blijft! Wat mij betreft een archeoloog in hart en nieren!

Meer weten?